eDNA voedselwebanalyses leiden tot meer grip op het leven onder water.
23 maart 2017
Met een unieke combinatie van technieken analyseren we de samenstelling van het voedselweb op basis van het eDNA uit een watermonster. In 2016 hebben we in een pilot een aantal eDNA voedselwebanalyses uitgevoerd, en de resultaten zijn veelbelovend. Witteveen+Bos, Datura en zeven waterbeheerders hebben met steun van STOWA het initiatief genomen om de concrete meerwaarde van eDNA voedselwebanalyses in beeld te brengen door deze toe te passen in praktijkcasussen. Het belangrijkste doel is om belemmeringen voor grootschalige toepassing weg te nemen.
Wat maakt dit project zo bijzonder?
Het basale idee is dat we met slechts één watermonster een integraal beeld van het leven onder water krijgen. We laten het water spreken. Het unieke van deze eDNA voedselwebanalyses is dat we vrijwel het gehele voedselweb bloot leggen, kwalitatief én kwantitatief. We krijgen niet alleen een beeld van de vissen, algen en zoöplankton, maar ook van bacteriën en andere eukaryoten. Dit kan vergaande gevolgen hebben voor onze kennis van het leven onder water. En deze kennis helpt weer bij het systeembegrip.
Hoe doen we dit?
We kiezen er expliciet voor om niet te focussen op specifieke soorten, maar om zoveel mogelijk informatie boven water te halen. Soms is dit informatie op het niveau van familie en soms op het niveau van soorten. De achterliggende gedachte is dat we hiermee de verbanden onder water kunnen blootleggen, om zo het leven onder water te begrijpen. En daar doen we het immers voor.
Waarom is dit zo belangrijk voor waterbeheerders?
Waterbeheerders zijn druk bezig met het doen van systeemanalyses. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Ecologische Sleutelfactoren van STOWA. De eDNA voedselwebanalyse sluit hier naadloos op aan. Door deze toepassing krijgen we niet alleen een beter beeld van het leven onder water, maar krijgen we ook meer inzicht tegen gereduceerde kosten: uit een eerste grove vergelijking dat deze eDNA toepassing zo’n 90% goedkoper is dan conventionele bemonsteringen. De analyses zijn bovendien eenvoudiger, sneller en geven een veel robuuster en vollediger resultaat.
Gefaseerde aanpak, wetenschap en praktijk hand in hand
In het project hebben we gekozen voor een gefaseerde aanpak voor een periode van vier tot vijf jaar 2017 – 2021, waarin we eerst samen met waterbeheerders ervaring op willen doen met deze techniek en in aansluiting hierop wetenschappelijke verdieping zoeken. In het praktijkgerichte spoor confronteren we de techniek in concrete casussen met praktijkvragen. Hierdoor worden de praktijkvragen beantwoord, maar wordt ook de geldigheid en toepasbaarheid van de techniek getoetst. Parallel wordt er een wetenschappelijk traject opgezet, waarmee de techniek en de verklarende waarde van de uitkomsten onderzocht en verbetert zullen worden. Uiteindelijk komt er een gestandaardiseerde methode beschikbaar, die grootschalig kan worden toegepast.
En nu van start!
Zeven waterbeheerders (Waterschap Brabantse Delta, Waternet, Hoogheemraadschap van Hollands Noorderkwartier, Waterschap Hunze en Aas, Wetterskip Fryslan, Waterschap Drents Overijsselse Delta en het Hoogheemraadschap van Delfland) hebben casussen ingebracht met verschillende vragen.
Zo is Waterschap Drents Overijsselse Delta bijvoorbeeld benieuwd of de ecologische toestand onderscheidend in beeld gebracht kan worden voor een aantal laag belaste plassen in het Natura 2000 gebied de Wieden- Weerribben, is Waterschap Hunze en Aa’s benieuwd of de techniek ingezet kan worden om de zwemwaterkwaliteit te monitoren op een 10-tal zwemwaterlocaties en is Waternet benieuwd of er middels deze techniek grip gekregen kan worden op de recente ontwikkelingen in de Molenpolder, waarbij ondergedoken waterplanten zijn verdwenen.
In het groeiseizoen van 2017 zullen alle monsters genomen worden. De resultaten van de analyses komen beschikbaar in het najaar van 2017. Afhankelijk van de uitkomsten zullen de vervolgstappen voor het project vorm gegeven worden.
Meer informatie?
Bent u na het lezen van deze informatie nieuwsgierig geworden over het project of wilt u deelnemen? U kunt contact opnemen met Kees van Bochove (keesvanbochove@datura.nl).