Voedselwebanalyse van de wasbeerhond

Door Datura
4 januari 2017

DNA wasbeerhond

DNA uit wasbeerhond keutels is gebruikt om de voedselkeuze van de wasbeerhond te ontrafelen. Bij de klassieke analyse van keutels is het vaak lastig om precies vast stellen welke soorten gegeten zijn. Een DNA voedselkeuzeanalyse biedt de uitkomst.

Achtergrond

De wasbeerhond is een exoot die afkomstig is uit Oost-Azië. Recent is de wasbeerhond sterk opgerukt in Duitsland. De verwachting is dat deze soort ook in Nederland toe zal nemen. De vraag is hoe moet worden omgegaan met de opmars van de wasbeerhond. Om juiste beleidskeuzes te kunnen maken, is het onder andere van belang om te weten wat het effect van wasbeerhonden is op populaties van inheemse soorten. De eerste stap daarin is, om te weten te komen wat de voedselkeuze van de wasbeerhond is. Beperkt de wasbeerhond zich tot plantaardig materiaal en ongewervelden, of worden ook zoogdieren en amfibieën gegeten?

Aanpak

Bij de klassieke analyse van keutels is het vaak lastig om precies vast stellen welke soorten gegeten zijn. Sommige voedselsoorten laten nauwelijks zichtbare sporen na in keutels. In keutels is echter wel veel DNA van de prooien te vinden. Dit geeft een mogelijkheid om een beter beeld te krijgen van het voedsel van wasbeerhonden in Nederland. In samenwerking met roofdierspecialist Jaap Mulder hebben we in een pilot het DNA in een beperkt aantal keutels geanalyseerd. We hebben daarbij gebruik gemaakt van metabarcoding van ongewervelden, gewervelden en planten. Met deze techniek kan vastgesteld worden van welke soorten er DNA in de keutel aanwezig is. Dit hoeven niet per se soorten te zijn die opzettelijk gegeten zijn door de wasbeerhond, het kan ook voedsel zijn geweest dat in de maag van prooidieren gezeten heeft. Ook kan het DNA betreffen van voedsel dat al een paar dagen eerder is gegeten.

Resultaten

Uit de resultaten van deze kleine steekproef blijkt dat er tientallen soorten planten en dieren prooi vormen voor de wasbeerhond. Er kan dus geconcludeerd worden dat de wasbeerhond echt een omnivoor is. Bijna de helft van het planten DNA was afkomstig van eik, vermoedelijk omdat de wasbeerhond eikels gegeten heeft. Maar ook vruchten als braam, appel en lijsterbes werden terug gevonden. Wat betreft de ongewervelden vormde vooral kevers vaak een prooi, met nadruk op Ilybius, een waterroofkever. Wasbeerhonden foerageren graag langs de waterkant, en eten dan kennelijk ook (larven van) waterkevers. Mogelijk worden ongewervelden zoals vliegenlarven deels ook ‘per ongeluk’ geconsumeerd bij het eten van planten. Het meest interessant zijn de gewervelden in het voedsel van de wasbeerhond. Ruim 80% van het gedetecteerde DNA van gewervelden was afkomstig van bruine kikker. Maar ook andere kleine gewervelden als de gewone pad, groene kikker, kleine watersalamander, tweekleurige bosspitmuis en veldmuis werden gedetecteerd. We troffen tevens zeer kleine hoeveelheden DNA van ree en haas aan. Hieruit blijkt dat de betreffende wasbeerhond ook aas at. Tenslotte vonden we DNA van waterral. De waterral is een vogel die op de grond, langs de waterkant foerageert en niet graag vliegt. Het is daarmee aannemelijk dat deze waterral levend gevangen is.

Resultaten van de DNA metabarcoding analyses van gewervelden, ongewervelden en planten.

Conclusie

De resultaten geven aan dat gewervelden, met name amfibieën en kleine zoogdieren, onderdeel zijn van het voedsel van de wasbeerhond. Overigens is het zonder grondige validatie lastig om een verband te leggen tussen de hoeveelheid DNA en de biomassa consumptie. Echter is het interessant om ook de relatieve hoeveelheden DNA van planten, ongewervelden en gewervelden in de toekomst te onderzoeken. Dergelijke analyse geeft het inzicht of gewervelden hoofdvoedsel vormen, of slechts incidenteel gegeten worden.