RVO en Datura zijn een samenwerking aan gegaan om te kijken of eDNA kan helpen bij het opsporen van vleermuizen in spouwmuren. Er is een validatieonderzoek uitgevoerd waarbij drie eDNA-methoden en keutelonderzoek zijn vergeleken met het huidige vleermuisprotocol.
- De eDNA sponsmethode bleek het meest geschikt om de afwezigheid van vleermuizen aan te tonen en keutelonderzoek kwam grotendeels overeen met de resultaten van het vleermuisprotocol. De eDNA sponsmethode bleek effectief op 86% van de locaties waar het protocol vleermuizen aantoonde. Ook werd eDNA gevonden op locaties waar het protocol geen vleermuizen detecteerde.
- Keutelonderzoek bevestigde de aanwezigheid van vleermuizen in 94% van de gevallen waar het protocol positieve resultaten opleverde. Hoewel de eDNA-methode veelbelovend is, is verder onderzoek nodig om de afbraaksnelheid van eDNA in verschillende seizoenen te begrijpen. Ook is er nader onderzoek nodig naar minder algemene en zeldzame soorten om vast te stellen of ook de aan- of afwezigheid van deze soorten betrouwbaar vastgesteld kan worden met eDNA.
Via onderstaande link zijn de eerste, veelbelovende resultaten te bekijken!
Eerste resultaten sporenonderzoek
Resultaten vervolg onderzoek juni 2025
Waarom dit onderzoek?
Het Nationaal Isolatieprogramma streeft ernaar 2,5 miljoen woningen te isoleren tegen 2030, hierbij dient rekening gehouden te worden met vleermuizen vanwege hun beschermde status. Traditioneel wordt onderzoek naar vleermuizen uitgevoerd volgens het vleermuisprotocol, maar eDNA- en keutelonderzoek bieden veelbelovende alternatieven.


De eDNA sponsmethode bleek effectief op 86% van de locaties waar het protocol vleermuizen aantoonde. .

Meer weten over dit onderzoek?
Onze collega Kees van Bochove vertelt u er
graag meer over!